Zondag eind van de middag, mijn man was even naar het centrum met mijn zoon, ik ging boodschappen doen voor het eten. Ik was moe, wat emotioneel door veel ‘wil ik niet’s van onze peuter. Opeens bedacht ik me: ik heb bijna een dag aan overuren staan, ik kan morgen gewoon vrij nemen en even bijkomen.
Zo gedacht, zo gedaan: even later meldde ik me via Teams af voor de maandag.
En toen ging mijn brein de welbekende olifantenpaadjes aflopen. ‘Ik ben helemaal niet zo moe, ik kan gewoon gaan werken.’ En tegelijkertijd, tegenstrijdig, maar dat maakte m’n gedachtengangen blijkbaar niets uit: ‘Oh, ik neem vrij omdat ik moe ben. Ik trek het dus niet meer. Het gaat dus helemaal niet goed. Ah, wat naar dit, het gaat helemaal mis!’
Het kostte me moeite, maar gelukkig kon ik dit inzien. Inzien dat mijn brein een loopje met me nam. Mezelf eraan herinneren dat een extra vrije dag nemen omdat ik een beetje moe ben juist laat zien hoeveel ik geleerd heb. Hoeveel beter ik ben geworden in zelfzorg en langzaam leven. Niet doorbikkelen, maar meer ruimte nemen dan het minimaal noodzakelijke. Net als laatst, toen ik wat eerder stopte met een werkdag.
Ik hoop dat die uitgesleten olifantenpaadjes op den duur gaan verdwijnen, want ze kosten me energie die ik liever elders besteed. Ze maken me onnodig boos of teleurgesteld. Maar voor nu ben ik blij dat ik ze in ieder geval doorzie.
En die vrije dag? Ik wilde deze keer toch wat te veel doen in plaats van simpelweg zijn, waardoor ik alsnog gespannen aanschoof bij het avondeten. Maar goed, ik heb er weer een dag op kunnen oefenen en oefening baart kunst.
Leave a Reply