We zaten in de zaal, klaar voor de Soldaat van Oranje. Achter ons zat een familie: opa en oma, vader en moeder en een aantal tieners. ‘Vorige keer dat ik hier was, zat er een oude man te huilen!’, zei opa, duidelijk nog steeds onder de indruk ervan. ‘Die had de oorlog denk ik zelf mee gemaakt, dan komt het toch anders binnen.’ ‘Ga jij ook huilen, opa?’, vroeg een van de tieners. ‘Nee, natuurlijk niet.’
Een klein gesprekje, dat duidelijk laat zien hoe er over emoties gedacht wordt in onze samenleving: emoties zijn niet OK. Die laat je niet zien – sterker nog, die heb je niet eens – behalve als het Echt Heel Erg is.
Ik fluisterde tegen mijn man ‘ik ga sowieso wel huilen!’. En na nog geen tien minuten was het al raak. En weet je, dat was helemaal OK. Ik zat in die voorstelling, leefde mee, het raakte me enorm. Het verdriet, de gebeurtenissen, het grotere verhaal achter het verhaal (daarover misschien later meer). Dat lijkt me juist de bedoeling. Ik vind het eigenlijk zelfs een compliment voor de makers en acteurs.
Geen emoties tonen, en zeker niet huilen, gold voor die familie in het theater, maar geldt eigenlijk overal in onze samenleving. Over het algemeen nog wat sterker voor mannen, maar zeker ook voor vrouwen. Ook ik vind het ontzettend ingewikkeld als ik de tranen voel komen op werk of bij vrienden. Zelfs bij mijn therapeut vind ik het lastig. Thuis kan ik huilen, maar als ik dat dan doe, ben ik geneigd om gelijk het olifantenpaadje ‘ah, ik huil, dus alles gaat rampzalig’ af te lopen.
Terwijl ik tegelijkertijd óók merk dat ik een muurtje opbouw als ik tranen probeer binnen te houden. Dat echt contact, zowel met mezelf als met anderen, niet mogelijk is in zo’n situatie. Dat als ik het eens niet binnen kan houden, dat leidt tot diepere connectie en verbinding, en mooie gesprekken. Dat ik dan nooit opeens de hele tijd alleen maar zit te huilen – iets waar ik toch bang voor ben denk ik – , maar dat het verdriet even zijn gang kan gaan en ik daarna zelf ook weer. Het is OK, het voelt zelfs beter, als ik de emoties wel toon. En toch lukt het me vaak niet.
En dus vertelde ik een collega die in tranen uitbrak tijdens een vergadering, dat ik dat niet gek had gevonden en haar nog altijd even hoog had zitten.
En dus vertel ik mijn zoon dat we allemaal weleens huilen en verberg ik het niet als ik zelf moet huilen – al is daar de juiste balans vinden wel ingewikkeld: ik wil hem ook niet opzadelen met mijn verdriet of hem laten denken dat het aan hem ligt. En dus sus ik zijn huilen niet als hij verdriet heeft en probeer ik hem te leren dat het hebben en tonen van emoties OK is.
En dus probeer ik zelf mijn emoties meer te voelen. Ze minder weg te rationaliseren, en ze in plaats daarvan serieus te nemen zonder ze me te laten overspoelen. Dat blijkt trouwens behoorlijk ingewikkeld. De ruim dertig jaar aan internalisering van maatschappelijke mores is natuurlijk ook niet zomaar verdwenen. Dat kost tijd, en ook daarmee probeer ik OK te zijn.
Leave a Reply