Sinds 2 oktober ben ik bijna elke ochtend om 6u opgestaan. Zes uur ‘s ochtends betekent hier in huis: een half uur voor de peuter zijn kamer uit komt.
Dat halve uur is van mij en besteed ik in alle rust in mijn kamer, grotendeels met alleen het licht van de straatlantaarn als verlichting. Waar nodig herinner ik mezelf er aan dat ik niets moet, nergens heen hoef, alleen hier en nu hoef te zijn. Ik doe mijn yoga video. Ik doe mijn bekkenbodemoefeningen met een dekentje over me heen – mezelf toedekken voelt verrasend liefdevol naar mezelf toe -, ik drink een glas heet water uit de thermoskan (thee heb ik ook geprobeerd, maar vond ik te veel gedoe), en schrijf of lees nog even iets als zoonlief eens wat later wakker wordt.
Als de dag dan om half zeven echt begint, ben ik er klaar voor. Dan zit ik in mijn lijf, dan zijn de moppergedachten waar ik stiekem vaak mee wakker word verdwenen, dan heb ik het gevoel al aan mezelf te zijn toegekomen. Dan ben ik blij mijn twee mannen weer te zien en ben ik klaar voor een nieuwe dag.
Leave a Reply