Afgelopen week luisterde ik aflevering #12 van ‘De Geweldloze Podcast’. Deze podcast wordt gemaakt door de twee jeugdzorg professionals Marieke van Ginneken en Ilse van den Heuvel en gaat over Verbindend Gezag en Geweldloos Verzet. Verbindend Gezag is een methode die binnen de jeugdzorg wordt gebruikt en die ook kan worden toegepast op ‘gewone, gemakkelijke’ opvoeding – en eigenlijk op alle menselijke interacties. Wellicht dat ik er later meer over schrijf, maar nu eerst over het onderwerp van deze aflevering: het raampje.
Het raampje is een indicatie van hoe je er zelf bij zit. Als je raampje klein is, kan je weinig hebben van je kind, je man, je familie, van wie-dan-ook. Als je raampje groot is, kan je veel hebben.
Eerst een voorbeeld van een klein raampje: vorig weekend werden zoonlief en ik later dan gebruikelijk wakker. Het aankleden duurde erg lang en tegen de tijd dat we beneden waren was mijn geduld op én had ik honger. Met andere woorden: mijn raampje was klein. Dus toen ik niet gelijk ontbijt kon maken omdat mijn man brooddeeg aan het maken was en toen zoonlief even in de weg liep, snauwde ik ze af. (Gelukkig nam mijn man gelijk mijn zoontje even mee naar de andere kant van de kamer en vroeg hij mij ontbijt te gaan maken. Het liep dus goed af.)
De andere kant is er ook. Op mijn mamadag twee weken geleden had ik een goede nachtrust gehad en een gezellig ochtend met mijn zoontje. Na de lunch was het tijd voor zijn middagslaapje. Zoonlief was al te moe en dus kwam er een driftbui van jewelste toen hij niet zelf tandpasta op zijn tandenborstel mocht doen. Ik weet niet hoelang het duurde – het voelde als heel lang, maar ik kon de hele tijd rustig blijven, knuffels aanbieden, zoonlief behoeden voor het pijn doen van mij of zichzelf en hem liefdevolle aandacht blijven geven. De driftbui ging over, ik kreeg een dikke knuffel en zoonlief ging slapen.
Toen ik in het weekend tegen mijn zoontje snauwde deed hij helemaal niet zo ingewikkeld, toen ik volledig rustig kon blijven deed hij zeker wel ingewikkeld. De grote factor was hoe ik er zelf bij zat. En dus is de belangrijkste vraag: wat heb ik nodig als mijn raampje klein is? Daarnaast, ter preventie van die situatie: waar wordt mijn raampje klein van, en hoe kan ik mijn raampje vergroten? (En dus niet: hoe zorg ik er voor dat mijn zoon gewoon doet wat ik vraag en zich gedraagt?!)*
Dus, wat heb ik nodig als mijn raampje al klein is? Een knuffel, een ‘ik snap het, ik voel je’, en een zetje in de rug om die dingen te gaan doen die mijn raampje vergroten. Naar buiten gaan, bijvoorbeeld (die geldt ook voor mijn zoon heb ik het idee), thee drinken op mijn eigen kamer, wat eten, puzzelen, een feelgood boek lezen, zingen, dansen, tekenen. Het raampje wordt juist kleiner van honger, veel prikkels en van het gevoel veel te moeten doen.
Zo komt ook de crux van opvoeden terug op zelfzorg. Als ik goed voor mezelf zorg, en zo mijn raampje groot houd, kan ik er ook voor zoonlief zijn (en voor mijn man, vrienden, familie, …). ‘Eigen zuurstof masker eerst’, het is eigenlijk altijd en overal van toepassing.
En die driftbui van mijn zoon? Mogelijk een teken dat zíjn raampje klein was door de vele prikkels van de ochtend en moeheid. En dus heeft hij geen vermanende stem nodig, maar dingen die zijn raampje groter maken: liefde, knuffels, en slaap.
*Hier zie je duidelijk één van de pijlers van Verbindend Gezag terug: ‘controle over de ander is een illusie, controle over jezelf is haalbaar’.
Leave a Reply